Wijkverpleging is veel meer dan billen wassen en steunkousen aantrekken
4 augustus 2023

Beeld: Jordan Faith - Instagram

De 28-jarige Linda de Valk is nu zo’n 5 jaar wijkverpleegkundige. Een drukke baan waarbij veel verschillende dingen komen kijken. Ze vindt het belangrijk om meer aandacht te geven aan haar werk. “Er zijn gewoon te weinig collega’s voor het aantal mensen dat ook in de toekomst zorg nodig heeft.”

Wat is wijkverpleging?

Bij de wijkverpleging is het zo dat degene die moet worden verzorgd thuis kan blijven wonen. Een wijkverpleegkundige komt aan huis om iemand te verzorgen. Het gaat hier dan om mensen die vanwege ziekte of een beperking hulp nodig hebben. Onder de werkzaamheden van een wijkverpleegkundige vallen bijvoorbeeld wondverzorging en stomazorg, maar ook het hulp bij het aan- en uitkleden en hulp bij het wassen en douchen. Daarnaast is het in de gaten houden van hun gezondheid ook een van de taken. 

De 28-jarige wijkverpleegkundige besloot om in de verpleging te gaan nadat haar oma zestien jaar geleden een hersenbloeding kreeg. Daardoor kon haar oma niets meer. “Ik heb haar tien jaar lang gezien terwijl ze bedlegerig was. Ze kreeg 24 uur per dag thuiszorg. Ik heb toen heel veel mensen van de zorg langs zien komen. Dat vond ik heel inspirerend.”


Toen Linda eenmaal in haar examenjaar van de middelbare school zat, moest ze een studie gaan kiezen. Ze koos voor geneeskunde, maar daarvoor werd ze uitgeloot. Ze besloot toen om verpleegkunde te gaan doen, maar haar schoolperiode verliep niet zonder slag of stoot. “Ik vond het heel pittig. De opleiding verpleegkunde is zeker niet de makkelijkste en de theorie ging mij makkelijker af dan de praktijk.”


Dat bleek ook wel toen Linda stage ging lopen. Ze werd afgeraden om een stage in het ziekenhuis te gaan doen en voor een stage in de wijkverpleging te kiezen. Toch koos ze voor het ziekenhuis omdat ze graag het hoogste wilde behalen. Maar dat pakte in eerste instantie niet positief uit. “Ik haalde mijn stage in het ziekenhuis niet. Daarna ben ik toch de stage in de wijkverpleging gaan doen. Toen bleek dus ook dat het echt wel bij mij past en dat ik daar mijn draai in kon vinden.”


“Het kan ook zo zijn dat je dertien cliënten hebt achter elkaar”


Nadat ze afstudeerde mocht ze blijven bij haar stageplek: haar huidige werkgever stichting Zorgwacht in Utrecht Overvecht. Linda is daar een van de drie wijkverpleegkundigen. Ze verzorgen op dit moment tussen de zestig en zeventig mensen. Dat zijn voornamelijk ouderen die zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen. 


Hoeveel mensen Linda per dag verzorgt, is altijd verschillend. Wel geeft ze aan dat geprobeerd wordt om ervoor te zorgen dat de cliënten zoveel mogelijk dezelfde gezichten blijven zien. “Het is goed voor de zorgrelatie. Maar elke dag is echt anders. Het kan voorkomen dat je helemaal niemand hoeft te verzorgen en dat je een kantoordagje hebt, maar het kan ook zo zijn dat je dertien cliënten hebt achter elkaar. Want als een collega ziek is, dan moeten de cliënten toch goed worden onderverdeeld.”


“Ik ben gewoon een ochtendmens geworden”


Maar hoe ziet haar dag er uit? “Stel ik begin om 7:00 uur, dan sta ik om 5:30 uur op. En ik heb een hele irritante wekker omdat ik dan gelijk wakker word.” Terwijl ze dat zegt, pakt ze haar wekker erbij en laat het geluid even horen. Het is een hard piepend geluid, waar je inderdaad wel wakker van wordt. Nadat ze eenmaal is opgestaan, gaat ze ontbijten. Soms met haar vriend, maar vaak ook alleen want ze wil hem dan niet vroeg wakker maken.       


Nadat ze helemaal klaar is om aan het werk te gaan, stapt ze op de fiets. Op haar rug draagt ze een grote zware rugzak. “Meestal doe ik er te veel in, maar dan weet ik zeker dat ik alles wel bij me heb”, zegt ze lacherig. Gelukkig wonen veel van de cliënten in Overvecht of in omliggende wijken, waardoor ze niet al te ver hoeft te fietsen. Ook hebben de cliënten veel spullen zelf omdat dat hygiënischer is.


“Je bent continu aan het observeren”


Eenmaal aangekomen bij de eerste cliënt aangekomen leest ze zich eerst goed in. “Wat ik eerst doe, is kijken wat de bijzonderheden bij de cliënt zijn. Ik moet wel gewoon voorbereid bij de cliënt komen. Maar dat inlezen doe ik niet in het bijzijn van de cliënt.”


Na het inlezen, kan het echte werk gaan beginnen voor Linda. Soms heeft ze een sleutel en bij anderen belt ze gewoon aan. “Als je binnen bent zeg je goedemorgen en kijk je goed hoe de cliënt erbij zit, je bijzondere dingen ziet of dat iemand zelf ergens mee komt. En als er dingen zijn, vraag ik of ik iemand daar nog bij kan helpen. Zodra je binnenkomt ben je gelijk gericht op degene die voor je staat. En dan in de breedste zin mogelijk, want je kijkt ook of het veilig is en of het er hygiënisch uitziet.”


Dat hele proces gaat volgens Linda de hele tijd door, je moet continu blijven opletten wat je ziet. “En tegelijkertijd ga je de dingen doen die op je lijstje staan. Dus dat kan zijn wassen, aankleden, steunkousen aantrekken, medicatie geven, blaaskatheter verwisselen, stomazorg, ga zo maar door.” Maar daar houdt het niet bij op, ze helpt ook mensen met het ontbijt maken of maakt een praatje met de mensen. 


Hoe lang ze bij iemand is, hangt af van de zorg die ze moet bieden. “Als degene naast het wassen en aankleden ook hulp nodig heeft bij het ontbijt klaarmaken, dan ben je daar ongeveer 30 minuten. Maar als iemand alleen maar steunkousen aan moet, dan ben je daar maximaal 10 minuten mee bezig.” 


Tekst gaat verder onder foto. Beeld: Jordan Faith - Instagram


“Ik doe zowel de zorg bij de mensen thuis, als de kantoortaken”


Op een dag herhaalt ze die werkzaamheden soms wel dertien keer bij allemaal verschillende mensen. Zodra ze elke cliënt op haar route heeft verzorgd, gaat ze naar kantoor. “Ik doe zowel de zorg bij de mensen thuis, als de kantoortaken. Daar heb ik de ruimte om rapportages af te ronden, maar ook met het organiseren van de zorg. Dus je maakt zorgplannen, zodat het voor andere collega’s duidelijk is wat ze moeten doen. Maar ik doe ook administratieve taken, zoals meldingen van mensen die geen medicijnen hebben genomen, mensen die zijn gevallen of meldingen van agressie waarmee collega’s te maken hebben gehad. En ik heb ook overleggen, echte kantoordingen dus.”


“Ik vind het prettig om een langdurige zorgrelatie met iemand te hebben”


Wat Linda een voordeel vindt aan wijkverpleging, is de langdurige zorgrelatie. “Ja, ik vind dat prettig. In het ziekenhuis is het erin en eruit heb ik meestal het idee. Dan moet je in een korte tijd een band hebben en dan is die band ook snel voorbij. Bij de wijkverpleging heb je gewoon dat je misschien tot aan iemand zijn dood voor iemand moet zorgen en dan ken je diegene ook beter.”


De wijkverpleegkundige heeft inmiddels ook een paar keer een overlijden meegemaakt. Ze heeft het gevoel dat ze dat goed kan verwerken. “Ik denk dat ik er zelf wel prima mee omga. Je kent de mensen goed, maar je kent ze ook niet goed. Je ziet maar een klein deel van hun leven. Het is heel zielig natuurlijk, maar het is ook werk. Je weet uiteindelijk dat het contact stopt en dat het een zorgrelatie is.”


“Ik merk soms niet eens hoeveel werk ik doe”


Alhoewel Linda blij is met haar baan en ze het erg naar haar zin heeft, heeft ze het wel druk. Ze besefte dat pas na het zien van een aantal foto’s van de fotoserie. “Ik merk soms niet eens hoeveel werk ik doe. Ik ging de foto’s bekijken en dacht toen: Jeetje, wat doe ik toch best veel.” Maar spijt heeft ze niet van de keuze die ze heeft gemaakt om de wijkverpleging in te gaan. 


Ondanks wat er met haar oma is gebeurd, denkt ze wel dat het haar heeft geholpen bij het kiezen van haar huidige baan. “Ik denk dat als mijn oma geen hersenbloeding had gehad, dat mijn leven er anders uit had gezien. En op deze manier heeft ze het niet voor niks meegemaakt en kan ik weer heel veel andere mensen helpen.”