Politicoloog Kira Renée Kurz over stemgedrag Duitse jongeren: ‘AfD heeft geprofiteerd van alle media-aandacht’

Dat de politieke verschillen tussen Duitse jongeren de afgelopen verkiezingen zo zichtbaar waren, verrast politicoloog Kira Renée Kurz. Als PhD-student en docent politicologie aan de Universiteit van Freiburg is zij één van de leidende Duitse experts op dit gebied.

Door: Fabio Yasamin

Klopt het dat Die Linke en de AfD populair zijn onder Duitse jongeren?

"Bij deze verkiezingen hebben we inderdaad gezien dat de AfD onder jonge stemmers populairder is geworden dan bij voorgaande verkiezingen. Tegelijkertijd valt op dat veel jongeren – waaronder jonge vrouwen die bij eerdere verkiezingen nog op de Grünen of de FDP stemden – nu juist voor de radicaal-linkse partijen kozen.


Toch ligt het iets genuanceerder. Als je naar de cijfers kijkt, zie je dat het stemgedrag van jongeren in grote lijnen overeenkomt met dat van de gehele bevolking als het gaat om steun voor rechtspopulistische partijen.

Jonge mannen stemmen weliswaar vaker op de AfD, maar tegelijkertijd stemt de gemiddelde jonge man nog altijd vaker op links dan de gemiddelde kiezer. Linkse partijen boeken dus nog steeds relatief betere resultaten onder jonge mannen dan onder de rest van de bevolking."


Bij de laatste verkiezingen, vier jaar geleden, speelde dit nog helemaal niet.

"Het is lastig om de groep jonge stemmers van nu te vergelijken met die van vier jaar geleden, omdat die inmiddels ouder zijn. Jongeren zijn bovendien veel wispelturiger in hun stemgedrag dan oudere kiezers. Ze hebben nog geen vaste gewoonte ontwikkeld om steeds op dezelfde partij te stemmen."

Als politicologen gaan we ervan uit dat jongeren gevoeliger zijn voor actuele gebeurtenissen dan bijvoorbeeld zestigjarigen. Iemand die al veertig jaar op de SPD stemt, zal dat waarschijnlijk ook bij de volgende verkiezingen weer doen. Maar als je pas één keer hebt gestemd, vraag je je misschien nog steeds af: oké, wat ga ik de volgende keer doen?”


Eén van de partijen die het nu goed doet onder jongeren is Die Linke. Aanvankelijk was het echter nog de vraag of de uiterst linkse partij het wel zou gaan halen. Hoe is ze dat toch gelukt?

“Stemmen op Die Linke was in het begin een risico, omdat je je stem kan kwijtraken als ze het niet halen. Tot onze verbazing zagen we dat hoe dichterbij de verkiezingen kwamen ze flink in de peilingen stegen. Daarna overwogen veel mensen die al wilde over te stappen, omdat toch te doen. Het komt niet vaak voor dat zo dicht op de verkiezingen de peilingen zo sterk veranderen.”

Maar wat maakte dat de partij pas zo laat in de campagne echt momentum wist te krijgen?

"Bij de vorige verkiezingen zagen we dat de Grünen onder vrouwen en de FDP onder jonge mannen erg succesvol waren. Maar tijdens de coalitieperiode sloten deze partijen migratiecompromissen, wat voor veel jonge kiezers – vooral progressieven – een breekpunt vormde. Zij voelden zich misleid, met name door de Grünen, en hadden vaak nog geen sterke partijbinding.


Tegelijkertijd dachten anderen: de AfD groeit, dus we hebben een sterke linkse oppositie nodig. Dit was voor veel kiezers een strategische overweging. Ze gingen er niet per se van uit dat links zou regeren – velen wilden dat misschien niet eens – maar vonden het belangrijk dat er een krachtig tegenwicht kwam tegenover een steeds sterkere radicaal-rechtse partij.


Dat sentiment werd versterkt toen de CDU in de Bondsdag samen met de AfD stemde over een migratievoorstel. Voor veel mensen betekende dat een doorbreking van het cordon sanitaire – wat wij in Duitsland ook wel de 'brandmuur' noemen.


Hoewel ook de SPD en de Grünen zich daartegen verzetten, kon Die Linke dit geloofwaardiger doen. Zij hebben immers nooit deelgenomen aan een federale regering en hoefden dus geen migratiecompromissen te verdedigen die indruisen tegen hun principes. Dat gaf hen meer vrijheid in hun oppositie.


Daarnaast moet ik ook zeggen dat Die Linke een sterke campagne, ingespeeld op jongeren, voerde. Zeker gezien hun bescheiden omvang. Ze deden huis-aan-huisacties, hielden peilingen en onderzochten welke thema’s voor mensen het belangrijkst waren. De uitkomst was duidelijk: de huurprijzen zijn te hoog, het leven is te duur en ongelijkheid blijft een groot probleem.


Vooral in Berlijn, en specifiek in districten als Neukölln, bleek dit effectief: daar won Die Linke de directe zetels. Het was een combinatie van factoren – media-aandacht, sociale media, en vooral directe actie – die het succes mogelijk maakte.


Hoewel het publieke debat zich steeds meer op migratie richtte, bleef Die Linke vasthouden aan sociale en economische thema’s. Hun boodschap was eenvoudig en direct: als je in de supermarkt staat en je kunt het niet betalen, profiteert iemand anders daarvan. Een klassiek links verhaal, gebaseerd op klassenongelijkheid, en dat sprak veel mensen aan.

Ook sociale media speelden een rol. Heidi Reichinnek wist via haar online aanwezigheid veel jongeren te bereiken. Maar hoewel dat belangrijk was, zie ik het niet als de enige factor. Het was één onderdeel van een bredere strategie, waarin directe campagnevoering en een duidelijke boodschap minstens zo belangrijk waren.”


Speelde social media dan wel of niet een grote rol in hun opkomst?

"Natuurlijk heeft het geholpen dat de toespraak in de Bondsdag viraal ging, maar dat was slechts één van de factoren. Als er één partij is die sociale media effectief heeft ingezet en ervan heeft geprofiteerd, is dat de AfD.”


Hoe bedoel je precies?

"Voor hen is het veel makkelijker om op dit soort platformen simpele boodschappen te verkopen. Wanneer een probleem complex is, maar je een eenvoudige oplossing presenteert, kun je dat veel gemakkelijker in een kort en krachtig bericht gieten dan wanneer je zowel probleem als oplossing in al hun complexiteit wilt uitleggen.

Daarnaast profiteert de AfD van rechtse influencers en online subculturen – van wat wij beschouwen als 'tradwives', incels . Denk aan de de Tate broers of Elon Musk. Voor de partij is het relatief eenvoudig om daar aansluiting bij te vinden."

Dat de AfD heeft geprofiteerd van social media is duidelijk, maar hoe kan het dat ze dan zo groot zijn geworden?

“Dat vragen wij ons ook af. We weten dat er wat factoren zijn die de AfD slim ingezet heeft.


Ik denk dat de AfD bijvoorbeeld heeft geprofiteerd van alle media-aandacht rondom thema’s als migratie. In de politicologie gebruiken we daarvoor de term issue ownership – dat houdt in dat mensen bepaalde politieke partijen automatisch met specifieke onderwerpen associëren, of dat nu positief of negatief is.

Denk bijvoorbeeld aan sociale ongelijkheid: de meeste mensen koppelen dat aan linkse partijen. Bij economie denken velen aan de FDP of, algemener, aan stedelijke belangen. En bij migratie denken mensen – zelfs als ze tegen de AfD zijn – toch vaak aan de AfD.


Dus als je een verkiezingscampagne hebt waarin zelfs de traditionele partijen voortdurend over migratie beginnen, en de media – ik weet niet waarom – talkshows organiseren die daar 45 minuten aan wijden, maar slechts 10 minuten aan sociale ongelijkheid dan is het duidelijk wie daarvan profiteert.


Dat is een klein onderdeel van het geheel, maar ik denk dat we hier in Duitsland ook kunnen spreken van een vorm van Medienversagen – een falen van de media. Het is dus ook de verantwoordelijkheid van de media om kritisch te reflecteren op het feit dat een groot deel van de campagnetijd draaide om migratie – een thema waarvan de AfD duidelijk profiteert.


Maar ik denk ook dat ze van de angst hebben geprofiteerd, omdat ze daar actief naar opzoek zijn. Ze hebben de aanslagen vlak voor de verkiezingen echt geïnstrumentaliseerd. Er waren incidenten waarbij mensen met auto’s op het publiek inreden, en in de meeste gevallen ging het om daders met een migratieachtergrond. De AfD heeft dat bewust uitvergroot en politiek ingezet.


We zien ook dat sommige jonge mannen zich bedrogen voelen door wat zij ervaren als een totalitaire of doorgeschoten egalitaire samenleving. In dat wereldbeeld wordt de AfD gepresenteerd als het antwoord op zogenaamd 'doorgeslagen' feminisme of gelijkheidsbeleid.


Dit soort opvattingen zijn vaak ver verwijderd van de realiteit, maar het gesprek erover leeft – ook online. Tegelijkertijd is er een empirische basis voor bepaalde zorgen die wél serieus genomen moeten worden. Zo laten cijfers in het Duitse onderwijssysteem zien dat jongens gemiddeld slechter presteren dan meisjes. Dat is een reëel probleem, waar relatief weinig aandacht voor is.


Vroeger werd het gebrek aan vrouwelijke rolmodellen onder leerkrachten benoemd als probleem voor meisjes. Inmiddels zijn de meeste leraren vrouwen, en dat kan op zijn beurt weer invloed hebben op jongens die zich minder herkennen in hun leeromgeving.


Hoewel veel van de claims uit antifeministische hoeken ongenuanceerd of ideologisch zijn, mogen we niet alle zorgen zomaar terzijde schuiven. Juist als we willen voorkomen dat jongeren in radicaal-rechtse verhalen worden meegezogen, moeten we ook kijken naar de onderliggende maatschappelijke structuren – zoals het onderwijs – en hoe die jongens en jonge mannen beïnvloeden."

 

Je doet ook onderzoek naar dit specifieke onderwerp in Frankrijk. Speelt het daar ook?

“Zeker. In principe is dit iets wat we in veel landen hebben gezien, niet in allemaal, maar wel in behoorlijk wat. Het is bijvoorbeeld waargenomen in de VS. Ik weet niet precies hoe het in Nederland zit, maar waarschijnlijk speelt het daar minder. Ik zou zeggen dat het niet universeel is, maar wel wijdverbreid."


Over vier jaar zijn er weer verkiezingen. Worden Die Linke en de AfD dan weer de grootste, denk je?

“Lastig te zeggen. Het zou zomaar kunnen dat ze weer terugschakelen bij de volgende verkiezingen. Ik zou niet zeggen dat dit per se een langetermijnverandering is.”